In deze les maken we kennis met wat een wisselschakelaar precies is, waarvoor die dus gebruikt wordt.
Vervolgens gaan we dieper in op hoe dit type schakelaar werkt.
Tot slot bekijken we hoe we deze schakelaar nu precies moeten installeren.
In een woonkamer of slaapkamer wordt gebruik gemaakt van een wisselschakeling, benoemt als C2. Een wisselschakelaar is een schakelaar met één toets en drie aansluitklemmen. De wisselschakelaar wordt ook wel eens een universele schakelaar genoemd, omdat je hem op twee verschillende manieren kan gebruiken. Zo kan je de wisselschakelaar enkelpolig aansluiten, om het licht van op één plaats te bedienen. Daarnaast heb je ook de mogelijkheid om de wisselschakelaar aan te sluiten als onderdeel van een wisselschakeling. Op die manier kan je eenzelfde lichtpunt vanop twee plaatsen bedienen. Afhankelijk van hoe je wisselschakelaar wilt gebruiken, zal de aansluiting ervan ook licht wijzigen. Symbool: Meerlijnig en enkellijnig |
In dit filmpje staat een volledige uitleg over de werking van de wisselschakelaar en hoe deze aan te sluiten. Je vindt hieronder ook de stapsgewijze uitleg.
Stap 1: Starten doe je opnieuw door eerst de stroom uit te zetten. Zorg dat in de zekeringkast de automaat is uitgeschakeld voor de kring waaraan je wil werken. Test met een spanningsmeter of de stroom ook effectief is uitgeschakeld.
Stap 2: Begin met de eerste wisselschakelaar. Verbind de blauwe draden van de toekomende en de vertrekkende kabel naar de lamp met elkaar door middel van een wagoklem of lasklem.
Stap 3: Sluit nu de binnenkomende fasedraad of voedingsdraad aan op de schroef met markering L. Sluit de twee schakeldraden die naar de tweede schakelaar vertrekken aan waar de schakelaar 1 en 1’ aangeeft. Welke je waar aansluit maakt niet uit.
Stap 4: De aankomende en vertrekkende geelgroene draden verbind je met een lasklem.
Stap 5: Vervolgens ga je aan de slag met de tweede schakelaar. Verbind de aankomende en vertrekkende blauwe draden opnieuw met elkaar door middel van een lasklem.
Stap 6: De twee schakeldraden die toekomen van de eerste schakelaar, sluit je aan op de 1 en 1’ schroef van de tweede schakelaar. Zorg dat de draden aan beide kanten op dezelfde aansluiting zitten. Let er daarom op dat je dezelfde aderkleur gebruikt voor dezelfde schroef en dus schroef 1 met 1 verbindt en schroef 1′ met 1′.
Stap 7: Sluit daarna de fasedraad die vertrekt naar de lamp aan op L van de tweede schakelaar.
Stap 8: De toekomende en naar de lamp vertrekkende geel/groene, aarding, draden verbind je opnieuw met elkaar met een lasklem of wago.
Stap 9: Duw de schakelaar in de inbouwpot en zet hem vast. Afhankelijk van het type schakelaar kan dit door middel van klauw- of schroefbevestiging. Werk vervolgens netjes af door de centraalplaat en de afdekplaat op het mechanisme te klikken.