2. Werking van een wisselschakelaar

In het volgende filmpje staat een volledige uitleg over de werking van de wisselschakelaar en hoe we deze aansluiten. Je bekijkt dit filmpje en je kan ook de stapsgewijze uitleg ervan onder het filmpje volgen.

Stapsgewijs aansluiten van de wisselschakelaar:

Stap 1: Starten doe je opnieuw door eerst de stroom uit te zetten. Zorg dat in de zekeringkast de automaat is uitgeschakeld  voor de kring waaraan je wil werken. Test met een spanningsmeter of de stroom ook effectief is uitgeschakeld.

Stap 2: Begin met de eerste wisselschakelaar. Verbind de blauwe draden van de toekomende en de vertrekkende kabel naar de lamp met elkaar door middel van een wagoklem of lasklem.

Stap 3: Sluit nu de binnenkomende fasedraad of voedingsdraad aan op de schroef met markering L. Sluit de twee schakeldraden die naar de tweede schakelaar vertrekken aan waar de schakelaar 1 en 1’ aangeeft. Welke je waar aansluit maakt niet uit.

Stap 4: De aankomende en vertrekkende geelgroene draden verbind je met een lasklem.

Stap 5: Vervolgens ga je aan de slag met de tweede schakelaar. Verbind de aankomende en vertrekkende blauwe draden opnieuw met elkaar door middel van een lasklem.

Stap 6: De twee schakeldraden die toekomen van de eerste schakelaar, sluit je aan op de 1 en 1’ schroef van de tweede schakelaar. Zorg dat de draden aan beide kanten op dezelfde aansluiting zitten. Let er daarom op dat je dezelfde aderkleur gebruikt voor dezelfde schroef en dus schroef 1 met 1 verbindt en schroef 1′ met 1′.

Stap 7: Sluit daarna de fasedraad die vertrekt naar de lamp aan op L van de tweede schakelaar.

Stap 8: De toekomende en naar de lamp vertrekkende geel/groene, aarding, draden verbind je opnieuw met elkaar met een lasklem of wago.

Stap 9: Duw de schakelaar in de inbouwpot en zet hem vast. Afhankelijk van het type schakelaar kan dit door middel van klauw- of schroefbevestiging. Werk vervolgens netjes af door de centraalplaat en de afdekplaat op het mechanisme te klikken.

Scroll naar boven