1.6. De Belgische Revolutie

Een opvoering van de opera De Stomme van Portici (La Muette de Portici) van Daniel Auber op 25 augustus 1830 in Brussel was de aanleiding tot georganiseerde rellen van Fransgezinde separatisten en volksrumoer, die door de burgerij met een inderhaast gevormde burgerwacht in bedwang werd gehouden. 

Het Voorlopig Bewind van de Zuidelijke Nederlanden riep op 4 oktober 1830 de onafhankelijkheid uit. Het regeringsleger reageerde op de kleine troepenmacht die de nieuwe Belgen in Brussel verzamelden, maar was niet voorbereid op een guerrillaoorlog in de middeleeuwse stadsstraten.

Na gevechten her en der geraakte het grotendeels Franstalige leger in ontbinding en werd het uit de zuidelijke provincies verdreven als het niet overliep naar de Belgische zijde. Een Nationaal Congres werd verkozen, een staatsvorm – de constitutionele monarchie – werd gekozen en een koning werd gekozen die aan de grote Europese mogendheden vertrouwen kon geven.

Op 21 juli 1831 legde Leopold Saksen-Coburg-Saalfeld de eed af als Leopold I, koning van België. Leopold I is een koning die onderworpen is aan een voor die tijd zeer liberale grondwet die de macht toebedeeld aan het parlement (en dus niet aan de koning). 

Wat overbleef van het Verenigd Koninkrijk der Nederlanden, trok vlak daarna ten strijde tegen het zuidelijke deel, dat zich onafhankelijk had verklaard. Deze Tiendaagse Veldtocht diende echter vooral om ‘Nederland’ een betere positie aan de onderhandelingstafel te bezorgen. Willem I besefte immers dat ‘de Belgen’ niet meer zouden ‘terugkomen’. 

De grote Europese mogendheden toonden weinig interesse voor het uiteenvallen van het Verenigd Koninkrijk der Nederlanden, hoewel ze het slechts vijftien jaar ervoor zelf hadden gecreëerd om Frankrijk in te dammen. Groot-Brittannië kon zich vinden in de keuze voor de vorst en Pruisen, Rusland en Oostenrijk hadden hun handen vol met een andere opstand: die in Polen, eveneens in 1830. (In de Europese geschiedenis doen revoluties op verschillende plaatsen zich vaak gelijktijdig voor. Dat heeft vaak te maken met een slechte oogst en/of economische crisis, wat leidt tot volksopstand).

Uiteindelijk erkende Nederland in 1839 België als staat en werden de grenzen definitief vastgelegd. (Later zouden die grenzen nog wijzigen, bv. door WOI en WOII). Nederland kon Limburg grotendeels recupereren, alsook Zeeuws-Vlaanderen. De staatsschuld werd gelijk verdeeld, wat sterk in het nadeel van België was.

Scroll naar boven